Hoofdstuk 5  

 

Het lichaam

 

Woordenlijst

 

Nederlands Javaans Ngoko Uitspraakhulp (fonetisch)

 

Het hoofd - sirah si-rah

 

De haren - rambut ram-boet

 

De mond - cangkem tsjang-kem

 

De wimpers - idep i-dep

 

De wenkbrauwen - alis a-lis

 

De lippen - lambé lam-bé

 

De neus - irung i-roeng

 

De armen - lengen leng-en

 

De handen - tangan ta-ngan

 

De vingers -  driji dri-dji

 

De benen -  sikil si-kiel

 

De voeten -  sikil si-kiel

 

De tenen -  driji sikil dri-dji si-kil

 

2. Zinnen om te oefenen

 

Iki sirahku → Dit is mijn hoofd.

 

Rambutku ireng. → Mijn haar is zwart.

 

Aku duwe loro tangan. → Ik heb twee handen.

 

Sikilku loro. → Ik heb twee benen.

 

Aku nutup cangkemku. → Ik doe mijn mond dicht.

 

Driji sikilku cilik. → Mijn tenen zijn klein.

---

3. Liedje (op kinderrijm-melodie)

 

(Op de melodie van “Hoofd, schouders, knie en teen”)

 

Sirah, rambut, cangkem, irung,  

cangkem, irung,  

sirah, rambut, cangkem, irung,  

alis, idep, lambé!

 

4. Spelletjes & Activiteiten

A. Aanwijs-spel

De juf zegt een woord in Javaans, en de kinderen moeten het lichaamsdeel aanwijzen.

Bijvoorbeeld: “Sirah!” → iedereen wijst naar het hoofd.

B. Teken-opdracht

Geef kinderen een tekening van een kind, en laat ze de lichaamsdelen in Javaans labelen.

 

C. Memory-kaarten

Eén kaart met het Javaanse woord, één kaart met de afbeelding.