🕐 Basiswoorden – De tijd

 

Nederlands - Ngoko Tijd - Wektu /

 

Jam - Uur

 

Minuut - Menit

 

Seconde - Detik

 

Ochtend = Esuk

 

Middag - Awan awan / Tengah dina

 

Namiddag - Sore

 

Avond - Bengi

 

Nacht - Wengi

 

Vandaag = Dina iki

 

Morgen (volgende dag) - Sesuk

 

Gisteren - Wingi

 

Overmorgen - Mbésuk

 

Eergisteren - Wingi wingi

 

⏰ Hoe laat is het?

 

Nederlands - Ngoko

 

Hoe laat is het? - Jam pira?

 

Het is één uur - Jam siji.

 

Het is half twee - Jam setengah loro.

 

Het is kwart over drie - Jam telu luwih /kliwat seperapat.

 

Het is kwart voor vier - Jam papat kurang seperapat.

 

Het is tien over vijf - Jam lima luwih/kliwat  sepuluh menit.

 

Het is tien voor zes - Jam enem kurang sepuluh menit.

 

Voorbeeldzinnen

  1. Nederlands: Hoe laat is het nu?
    Ngoko: Saiki jam pira?

  2. Nederlands: Het is acht uur in de ochtend.
    Ngoko: Jam wolu esuk.

  3. Nederlands: Ik kom om half drie.
    Ngoko: Aku teka jam setengah telu.

  4. Nederlands: Morgen om tien uur gaan we naar school.
    Ngoko: Sesuk jam sepuluh arep sekolah.

  5. Nederlands: We eten vanavond om zeven uur.
    Ngoko: Bengi iki mangan jam pitu.

  6. Nederlands: Gisteren om vijf uur was ik thuis.
    Ngoko: Wingi jam lima aku wis neng omah.

 

 

Dagdelen in het Javaans (Ngoko)

 

Javaans Ngoko - Nederlands.

Voorbeeldzin in Ngoko  - Vertaling Nederlands

 

Esuk - Ochtend.

Aku tangi jam enem esuk.

Ik sta om zes uur ’s ochtends op.

 

Awan - Middag.

Dheweke mangan awan jam rolas.

Hij/zij eet om twaalf uur ’s middags.

 

Sore - Namiddag/avond

Mengko sore aku dolan nang omahé kancaku.

Vanmiddag ga ik bij mijn vriend spelen.

 

Bengi - Nacht / avond laat

Jam sangang bengi aku turu.

Om negen uur ’s avonds ga ik slapen.

 

Saiki - Nu

Saiki jam pitu luwih seprapat.

Het is nu kwart over zeven.

 

Mengko -  Straks / later

Mengko sore aku menyang pasar.

Straks vanmiddag ga ik naar de markt.

 

Wingi - Gisteren

Wingi aku ora sekolah.

Gisteren had ik geen school.

 

Mbésok - Morgen

Mbésok dina Setu.

Morgen is het zaterdag.

 

Mbiyèn - Vroeger

Mbiyèn aku urip nang desa. Vroeger woonde ik in een dorp.

Saben dina Elke dag Aku sinau saben dina. Ik leer elke dag.